Generatie Z

‘Ik moet beter zijn dan de rest’, dat is de gedachte waarmee de huidige twintigers zijn opgegroeid. Ze leven in een prestatiemaatschappij, waarin je als individu probeert om jezelf zo goed mogelijk te positioneren in de samenleving door goede resultaten te behalen. Door bijvoorbeeld mooie cijfers te halen op school of extra uren te maken op de werkvloer, wil deze generatie twintigers het beste uit zichzelf halen. De twintigers van deze generatie houden ervan om de touwtjes in handen te hebben, ze zijn gek op hun vrijheid. Omdat ze zo met zichzelf bezig zijn, staat het vinden van liefde op de tweede plaats. Een goede uitkomst voor deze generatie zijn datingapps als Tinder en Happn. Deze apps laten de twintiger zien dat zij er mogen zijn, het is makkelijk om snel contact te leggen en het is vrijblijvend. Het helpt de twintiger die kampt met faalangst: de angst om niet goed genoeg te zijn. Niet alleen kennen zij deze angst in de liefde, ook ervaren zij dit op het gebied van school en werk. Uit de angst om te falen ontstaat keuzestress, de twintiger van nu vindt het moeilijk om levensbepalende keuzes te maken. De stress die deze generatie ondervindt, kan resulteren in burn-out ’s of depressies.

Ben je geboren tussen 1993 en 2009? Dan behoor je tot Generatie Z. Deze generatie wordt ook wel de Grenzeloze- of de Rupsje Nooitgenoeg generatie genoemd. Grenzeloos is deze generatie in het opnemen van informatie en hun verwachtingen van wat de samenleving voor hen kan betekenen. Het is een generatie die hoge eisen stelt, daarom wordt het ook wel Rupsje Nooitgenoeg genoemd. De wereld van deze generatie draait om internet, alles speelt zich online af: vriendschappen, het verzamelen van informatie en ontspanning. De leeftijd van deze generatie ligt tussen de 8 en 23 jaar, een groot leeftijdsverschil. In totaal gaat het om 846.290 twintigers: 429.786 mannen en 416.506 vrouwen.

Generatie Z

Zelfontplooiing in een prestatiemaatschappij

Van de huidige twintigjarigen gaat 75 procent naar school, van de huidige 23-jarigen gaat 48 procent nog naar school. Generatie Z heeft twee belangrijke eisen als het gaat om scholing: ze willen dat de studie leuk is en ze willen een goed gevoel hebben bij datgene wat zij kiezen. Aart Bontekoning, generatiesocioloog, ziet dat ze een klik moeten hebben met medestudenten, de studie en de school. “Ze moeten zich er thuis voelen, zich vrij voelen en zich gestimuleerd voelen door klasgenoten en de docent.” Bontekoning stelt dat het idee dat generatie Z met niets anders genoegen neemt dan de top, niet waar is: “Deze generatie wil niet per se telkens een hoger niveau halen op school. Wat ze wel willen is het beste uit zichzelf halen en daarbij maakt het niveau niet uit.” Ze willen volgens hem het talent dat ze hebben, zo goed mogelijk benutten. Het is een generatie die uit is op een goede zelfontplooiing.

“Mensen zijn heel blij met je als je een acht haalt, maar haal je een zes dan is dat niet goed genoeg”

Wat volgens filosoof Toske Andreoli wel zo is, is dat jongeren tegenwoordig het idee hebben beter te moeten zijn dan anderen, er heerst een prestatiemaatschappij en een prestatiedruk op jongeren. “Mensen zijn heel blij met je als je een acht haalt, maar haal je een zes dan is dat niet goed genoeg”, zegt Andreoli. “In Nederland geldt een zes als een voldoende, als we het geen voldoende vinden dan moet daar wat aan gebeuren.” EenVandaag deed onderzoek naar prestatiedruk onder 949 scholieren en 1279 studenten en daaruit bleek dat 78 procent van hen een hoge prestatiedruk voelt. Andreoli vindt het belangrijk om de prestatiedruk te verminderen, zodat jongeren minder stress hebben en minder concurrentie ervaren in hun leven. Volgens haar kun je dat bijvoorbeeld doen door minder prestaties te becijferen op school: “Dat er alleen wordt gezegd dat je het gehaald hebt of niet, zonder er een cijfer aan te hangen waardoor je je minderwaardig kunt voelen.” Het studieklimaat moet volgens haar veranderd worden: Ze vindt dat er meer contacturen moeten komen, dat studenten elkaar minder als concurrent moeten zien en dat elke student veel aandacht krijgt van een docent. “Dat als je niet komt opdagen, er geen leeg hokje bij je naam achterblijft, maar dat er gevraagd wordt waar je was.” Studeren moet meer op elkaar gericht zijn. “Minder elkaars concurrent en meer elkaars steun.”

Zelfontplooiing is dus erg belangrijk voor deze generatie, daarbij maakt niveau niet uit. Echter is er onderling veel concurrentie te zien bij deze generatie, waardoor zij het gevoel heeft hogere cijfers te moeten halen en beter te moeten presteren dan anderen.

Rosa (21) vindt het halen van een acht niet hoog genoeg: “Alleen met een negen of hoger ben ik echt tevreden.” Deze druk legt ze zichzelf op omdat ze Frans studeert en zelf uit Frankrijk komt. “Als ik een zes haal, probeer ik mezelf te verdedigen door te zeggen: het is een vervelend vak, ik heb te veel gewerkt de laatste tijd of ik zeg dat ik veel aan mijn hoofd heb.” Afgelopen studiejaar kreeg ze slechts drie cijfers terug die niet voldeden aan haar ideaalbeeld: “Ik heb drie keer een acht gehaald.”

Wanneer ze een cijfer haalt dat zij Rosaniet goed genoeg vindt, vertelt ze het niet graag aan anderen. “Ik vertel het alleen aan goede vrienden omdat ik weet dat zij mij steunen.” Een van die goede vrienden zit bij haar in de klas en zij weet haar dan ook altijd op te beuren: “Ze pept me op door te zeggen: Kijk hoeveel mensen een onvoldoende hebben, jij hebt alsnog een acht”, lacht Rosa. Eigenlijk weet ze dat het een gekke gedachte is om een acht niet goed genoeg te vinden, maar als Franse wil ze laten zien dat zij haar moedertaal compleet beheerst: “Het is hetzelfde als Nederlanders Nederlands gaan leren op basisniveau, dan wil je toch ook de beste zijn?”

Ze beschouwt haar medestudenten als concurrentie, ze wil laten zien dat zij beter is dan de anderen: “Ik ben altijd blij als ik een hoger cijfer haal dan anderen, dan weet ik dat ik de beste ben.”

Jobhoppen en levels vooruit

Generatie Z is de jongste generatie op de werkvloer. Het is een generatie die heel erg aarzelt voordat ze een baan aanneemt. Pieter Paul Verheggen, directeur van onderzoeksbureau Motivaction, stelt dat als hij een gesprek met een sollicitant heeft, deze vaak nog even wil nadenken over of hij het wil of niet. “Een aantal decennia terug, zeiden jonge mensen: ‘Wat fijn! Zal ik maandag beginnen?’. Nu zeggen ze: ‘Ik denk er nog even rustig over na, ik wil een goede beslissing nemen.” Lisanne van Neer, communicatiemedewerker bij uitzendbureau Timing, ziet dat niet alle jongeren erg aarzelen om een baan aan te nemen. Het ligt eraan hoe noodzakelijk het is. “Als een jong persoon nog studeert en het geld niet hard nodig heeft, zie je dat hij of zij erg kieskeurig is en dan gaat voor een baantje dat hem of haar ook echt aanspreekt.” Als de nood hoog is, ligt de prioriteit bij het verdienen van geld en niet bij de funfactor, analyseert Van Neer.

Op de werkvloer is generatie Z heel autonoom volgens Jos Ahlers, schrijver van het boek ‘Generatie Z. En de vierde (industriële) revolutie’, waarvoor hij veel onderzoek naar de generatie heeft gedaan. Volgens Ahlers bewegen deze jongeren zich op de werkvloer als ware in een game. Daar bedoelt hij mee: Ze gaan met kleine stapjes (levels) vooruit. “Ze gaan samen op zoek naar oplossingen voor problemen zodat ze naar het volgende level komen of de missie uitspelen”. Zo gaat het volgens hem ook op de werkvloer: Leren van anderen, leren met anderen, experimenteren, fouten maken, onderuitgaan, je leven verliezen en weer opnieuw beginnen. “Tegelijkertijd is generatie Z ook realistisch en optimistisch. Je moet hard werken om wat te bereiken in deze wereld, dat weten zij”, signaleert Ahlers.

Volgens Verheggen stelt generatie Z hoge eisen bij aanvang op een voor hen nieuwe werkvloer. “Jongeren verwachten dat ze na een jaar allerlei cursussen en opleidingen mogen doen en dat ze salarisverhoging krijgen.” Als je als werkgever dan uitlegt dat dat niet kan of niet de bedoeling is, nemen ze ontslag. Ze weten dan niet wat ze vervolgens gaan doen, maar nemen het risico om weg te gaan omdat ze vinden dat ze ondergewaardeerd worden. “Wat je ziet is dat er voor deze generatie zoveel mogelijkheden zijn en dat ze zoveel eisen stellen, dat ze minder lang vastzitten aan een baan”, aldus Verheggen. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laten zien dat 82 procent van de twintigjarigen geen vaste baan heeft, 73 procent van de 23-jarigen heeft geen vaste baan. Dit komt omdat dat in deze tijd ook niet meer reëel is. Filosoof Simon Gusman beaamt dat en ziet dat twintigers veel jobhoppen. “Natuurlijk is er het feit dat er tegenwoordig veel met tijdelijke contracten wordt gewerkt, dat zorgt ervoor dat ze niet anders kunnen.” Los daarvan merkt Gusman dat er weinig twintigers zijn die denken: ‘Ik ben nu begin twintig en ga een baan vinden die ik tot mijn pensioen ga uitvoeren’. “Ze kunnen niet vaak vastigheid krijgen, maar willen dit ook niet”, zegt Gusman stellig.

Er zijn weinig twintigers die denken: ‘Ik ben nu begin twintig en ga een baan vinden ie ik tot mijn pensioen ga uitvoeren’ 

Wat ook meespeelt is het feit dat begin twintigers vaak niet weten wat voor werk zij zouden willen gaan doen. Dat ziet ook Lisanne van Neer. “Oudere mensen zijn zich wat bewuster van wat ze kunnen en willen”. Daarentegen hebben jongeren meer mogelijkheden op de arbeidsmarkt: De keuze op het gebied van werk is voor jongeren groter dan voor ouderen. “Werkgevers hebben eigenlijk het liefst een zo jong mogelijk iemand met zo veel mogelijk ervaring”, zegt Van Neer. Op het gebied van motivatie voor een baan, verschilt het per persoon, ook bij generatie Z. Maar, wat Van Neer wel ziet bij Timing, is dat wanneer iemand op oproepbasis werkt en wanneer iemand veel van baan wisselt bij het uitzendbureau, deze mensen minder inzet tonen en minder motivatie hebben voor een baan dan wanneer mensen uitzicht hebben op werk voor langere periode.

Twintigers stellen hoge eisen aan hun werknemer. Ze verwachten dat als zij zich voor honderd procent inzetten, dat zij daar een beloning voor krijgen. Het is een generatie die stap voor stap vooruit beweegt op de werkvloer en ze werken graag samen met anderen. Er wordt veel met tijdelijke contracten gewerkt, maar twintigers vinden dat helemaal niet erg; zij zien zichzelf niet tot hun zeventigste bij dezelfde baas werken. Ze willen op dat gebied geen vastigheid.

Lisa (23) houdt van afwisseling in haar werkzaamheden, ze verveelt zich snel wanneer ze telkens hetzelfde moet doen. Ze werkt bij pr-bureau GLOW en heeft daar een hbo-functie. “Ik ben begonnen op het vwo, maar heb dit niet afgemaakt door omstandigheden. Ik ben via de havo naar het hbo gegaan, maar het is echt te makkelijk voor mij.” Lisa bleef na haar stage hangen bij het pr-bureau en werkt er in september al twee jaar. “Ik heb nog nooit zo lang bij hetzelfde bedrijf gewerkt.”Lisa

Ze staat positief tegenover tijdelijke contracten: “Als iemand mij nu een baan aan zou bieden tot mijn pensioen, zou ik direct nee zeggen. Ik word alleen al zenuwachtig van het idee om zo lang vast te zitten aan iets.” Haar huidige werkgever wil haar niet vast in dienst nemen, maar wil haar een freelance contract van een half jaar aanbieden. “Ik vind dat best moeilijk: aan de ene kant vind ik het wel fijn om een beetje vastigheid te hebben, in plaats van zekerheid voor een paar maanden. Aan de andere kant houd ik heel erg van flexibiliteit en afwisseling.”

Daarom wil Lisa nu als Freelance Communicatiemedewerker aan de slag. “Als ik het freelance contract van GLOW PR aanneem, kan ik daarnaast nog aan het werk bij andere werkgevers.” Ook kan ze zo zelf bepalen welke werkzaamheden haar aanspreken. “Op die manier creëer ik een afwisselende werkomgeving voor mezelf, zo kan ik ervoor zorgen dat ik me niet ga vervelen.” Ook vindt ze het interessant om te leren hoe ze een goede ondernemer kan zijn: “Je moet telkens je eigen werk vinden, daar ligt ook een uitdaging.”

Swipen om de liefde te vinden

Van de twintigjarige jongeren heeft 93 procent geen vaste relatie, bij de 23-jarigen is dat 76 procent. Dat heeft volgens filosoof Simon Gusman te maken met de mate van keuzevrijheid die we onszelf gunnen. “We willen steeds meer vrijheid hebben. Je moet zo veel mogelijk keuzes hebben en zo veel mogelijk dingen doen.” Waardoor er dus eigenlijk een drang ontstaat om vrij te zijn. Gusman stelt dat als je kiest voor een lange relatie, je eigenlijk nee zegt tegen misschien wel een hoop korte relaties. “Het lijkt erop dat hoe vaker je kiest, hoe meer keuzevrijheid je hebt en dat betekent dat je vrijer bent.” Hij zegt echter niet dat lange relaties aan gaan niet goed is: “Het is juist belangrijk als mensen lange relaties aangaan.” Maar Gusman bekijkt het nuchter en stelt dat het voor de één wel werkt en voor de ander niet. Hij denkt dan ook dat datingapps als Tinder een uitkomst is voor deze generatie: “Zonder binding en zonder misschien ook de moeite die je er vroeger in moest steken, kun je partners vinden. En je kunt ervoor zorgen dat het vrijblijvend blijft, als je daar behoefte aan hebt.”

“We willen steeds meer vrijheid hebben. Je moet zo veel mogelijk keuzes hebben en zo veel mogelijk dingen doen.”

Datingapps als Tinder en Happn zijn populair bij begin twintigers. In totaal zijn er in Nederland 2,7 miljoen Tindergebruikers gebruikers. Het is zo gemakkelijk om vanuit je luie stoel op zoek te gaan naar de liefde. Er wordt op Tinder naar links (afwijzing) en rechts (like) geswiped en er wordt soms wel met vijf mensen tegelijk gepraat. Volgens psychologe Natascha Maas is het zo dat deze generatie met meerdere personen een band probeert op te bouwen, omdat zij bang is om in de steek gelaten te worden. Jongeren zijn bang voor eenzaamheid en ze zijn bang om afgewezen te worden, blijkt uit onderzoek van 1Vandaag. “Als je met vier mensen tegelijkertijd praat en er haakt er één af, dan heb je er nog drie over en is de kans dat je in de steek gelaten wordt veel kleiner”, schetst Maas.

Maas zegt dat het vinden van liefde er twintig jaar geleden heel anders aan toe ging. “Je ontmoette iemand en daarmee ging je één op één daten. Vervolgens ging je kijken hoe het zich ontwikkelde.” Als twintigers van nu iemand ontmoeten, blijven zij vrij om te doen en te laten wat ze willen totdat ze afspreken dat ze een stelletje zijn. “Je moet tegenwoordig uitspreken dat je monogaam bent, twintig jaar geleden was iedereen monogaam.” Aan de ene kant stelt Maas dat het positief is dat deze generatie er op deze manier over denkt: Je kiest voor elkaar op het moment dat je er klaar voor bent om je te binden met iemand. Aan de andere kant vindt ze het allemaal vrijblijvend. “Iedereen heeft een behoefte aan een bepaalde zekerheid en een bepaalde stabiliteit, alleen lijkt dat in de liefde steeds minder te worden”, ziet ze. Wanneer er onzekerheid binnen een relatie optreedt, kan het zijn dat de vrijheid beperkt wordt. Soms wordt een partner namelijk afhankelijk en doet deze alles om de ander te behagen en de relatie te redden, volgens het Gezondheiscentrum. De twintiger van nu wordt niet graag beperkt in zijn of haar vrijheid.

Jezelf vergelijken met anderen op Social Media

Generatie Z is uniek omdat zij zich geen wereld zonder internet en sociale media kunnen herinneren. Zij weten niet anders dan dat iedereen met elkaar verbonden is. Zij zijn de eerste generatie die opgroeide in het besef dat je direct met elkaar kunt communiceren in tegenstelling tot uitgestelde communicatie door middel van brieven, weet generatie Z-expert Jos Ahlers. “Voorgaande generaties moesten altijd één op één contact hebben, anders konden zij niet communiceren: Zij moesten naar elkaar toe of moesten elkaar bellen”, zegt Ahlers. Hij stelt dat generatie Z geleerd heeft altijd en overal met iedereen te kunnen communiceren, de tijd en plaats is niet meer relevant.

Via Social Media communiceren jongeren direct of indirect met elkaar. Ze plaatsen foto’s of teksten op hun tijdlijn of sturen elkaar een berichtje via Messenger of WhatsApp. Volgens cijfers van het CBS, maakt de helft van de jongeren tussen de 18 tot en met 25 jaar per dag een tot drie uur gebruik van de Social Media. De voornaamste reden hiervoor is in contact blijven met familie en vrienden. Jongeren die een studie op hbo- en universitair niveau doen, gebruiken het ook om te kijken wat anderen doen en om niks te missen van wat er in de wereld speelt. Michiel Jongsma, psycholoog, ziet dat het feitelijk aantal binnenkomende berichten sterk is toegenomen de afgelopen jaren. “Iedereen kan elkaar gemakkelijk bereiken, dat is positief. Echter zit er ook een keerzijde aan: Je moet jezelf grenzen stellen.” Hij bedoelt daarmee dat niet iedereen het kan verdragen om bijvoorbeeld een uur lang in de bibliotheek van de hogeschool of universiteit te leren voor een tentamen, zonder op de telefoon te kijken. Begin twintigers zijn verslaafd aan de constante stroom van berichten en informatie. “Je moet jezelf eigenlijk trainen op zelfbeheersing en tegen jezelf zeggen: Elke dag moet ik mijn telefoon twee uur lang aan de kant leggen.” Volgens het CBS zijn jongeren zich ook bewust van de negatieve invloeden van Social Media: Twintig procent van de jongeren tussen de 18 en 25 stelt dat Social Media een negatieve invloed heeft op school of studieresultaten. Ook heeft het een negatieve invloed op de concentratie, zegt 44% van hen.

“Als jij op Facebook ziet dat iemand cum laude is afgestudeerd, een wereldreis heeft gemaakt of gewoon een heel mooie en goed gelukte foto van zichzelf heeft gemaakt, dan is je eerste reactie eerder dat het pijn doet, dan dat je heel blij bent voor iemand.”

Een andere reden voor Generatie Z om Social Media te gebruiken, is om zichzelf te vergelijken met anderen. Vaak kijken ze dan naar mensen die het beter voor elkaar hebben dan zijzelf. Jongsma: “Maar de vraag is of deze mensen het wel goed voor elkaar hebben, we zien namelijk alleen maar de buitenkant”. Je ziet de berichten die je vrienden plaatsen en de foto’s die zij maken en daarop baseer je het oordeel dat hun leven perfect is. Maar eigenlijk kom je er niet achter in hoeverre iemands leven echt perfect is, gewoonweg omdat we geen negatieve berichten posten op Social Media, stelt Jongsma. Niemand is gewend om negativiteit te zien op internet: Echtscheidingen of de dood van een belangrijk familielid komt niet voor op Facebook. “Misschien zou het een aardig idee zijn om dat wel te doen. Om zo een reële kant van het leven te laten zien”, schetst Jongsma. Iedereen gaat een bepaalde portie ellende meemaken, voor de een is het net wat groter dan voor de ander. Dat is normaal, zegt de psycholoog. Toske Andreoli, filosoof, sluit zich daarbij aan. Echter ziet zij ook dat er een kleine gunfactor is bij deze generatie begin twintigers. “Als jij op Facebook ziet dat iemand cum laude is afgestudeerd, een wereldreis heeft gemaakt of gewoon een heel mooie en goed gelukte foto van zichzelf heeft gemaakt, dan is je eerste reactie eerder dat het pijn doet, dan dat je heel blij bent voor iemand.” De inspiratie voor dit standpunt haalde ze uit het boek “De wereld aan je voeten”, een boek dat gaat over illusies uit het leven van twintigers.

Een gevaar van Social Media is de privacy. Jos Ahlers stelt dat begin twintigers zich niet bewust zijn van hun privacy. “Wat je ziet is dat zij de privacy zien als een optie die je aan of uit kan zetten, het is maar net waar je zin in hebt”, zegt hij. En dat terwijl de voorgaande generaties juist geleerd hadden dat verlies aan privacy levensgevaarlijk is: Er zijn in Nederland buitengewoon proportioneel veel joden afgevoerd naar concentratiekampen in de Tweede Wereldoorlog omdat wij de best georganiseerde gemeentelijke administratie hadden, weet Ahlers. “In Nederland wisten we precies wie iedereen was en waar iedereen woonde, dat heeft de Duitsers heel erg geholpen.” De naoorlogse generaties leerden daarom dat privacy een van de beste verdedigingsmechanismen waren. De jongste generatie is dit volgens Ahlers helemaal vergeten. “Zij groeien op in een wereld die zegt: Sharing is caring”. Iedereen moet alles van elkaar kunnen weten. Altijd en overal. Het heeft ook voordelen dat generatie Z niet goed omgaat met de privacy: Als alles transparant is, zijn er geen achterkamertjes. Er kan nooit iets verborgen worden, dat is positief. Ahlers: “Je ziet dat jongeren van generatie Z neigen naar de argumenten over transparantie en niet kijken naar het verhaal over de oorlog.” Volgens de website van de Commisie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, kunnen de op de Social Media gepubliceerde persoonsgegevens door derden worden gebruikt voor allerlei doeleinden. De gevaren die daarbij komen kijken zijn: identiteitsdiefstal, financiële uitbuiting, minder concurrentievermogen of minder arbeidsmogelijkheden. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat een potentieel werkgever op jouw Facebookpagina kijkt en een foto ziet waarop je in de bosjes aan het overgeven bent na een feestje en hij je daarom niet aanneemt.

Young Health Movement, een collectief van jongeren in samenwerking met organisaties die jongeren bewust wil maken van volksgezondheid, ging in Engeland de straat op om aan 1500 jongeren vragen te stellen over Social Media.

Bron: Youtube

Social Media zijn niet meer weg te denken in het leven van generatie Z. Ze chatten, liken en delen op de sociale kanalen. Ze staan 24 uur per dag in contact met hun vrienden, familie en kennissen. Er zit ook een keerzijde aan het fulltime online leven, namelijk: verslaving. Generatie Z vindt het moeilijk om de telefoon even weg te leggen en iets anders te gaan doen. Wat ook gebeurt, is dat deze generatie zichzelf vergelijkt met anderen die het veel beter voor elkaar hebben. Dat is echter maar schijn, want op de Social Media zien we alleen de positieve berichten, dit is dus niet reëel. Tevens denkt generatie Z niet aan hun privacy op de Social Media, de ‘privacy knop’ staat meestal uit.

Kiezen voor wat je leuk vindt

Begin twintigers hebben veel keuzes: Qua opleiding, mobiliteit en relaties bijvoorbeeld. Psycholoog Michiel Jongsma stelt dat het mooi is dat er zoveel keuzes zijn, anderzijds legt deze hoeveelheid aan keuzes ook een druk op mensen. En deze keerzijde kan stress veroorzaken. “Jonge mensen hebben heel hoge verwachtingen, vooral van zichzelf”, stelt Jongsma. Ze moeten voor zichzelf aan een bepaalde norm voldoen en ze weten dat anderen bepaalde verwachtingen van ze hebben. Maar keuzestress hoeft niet alleen te maken te hebben met levensbepalende keuzes. Philippe Delespaul, hoogleraar innovaties in de geestelijke gezondheidszorg, ziet dat onze cultuur veel complexer is geworden waardoor er constant keuzes gemaakt moeten worden die twintig jaar geleden nog niet gemaakt moesten worden. “Er was toen maar één tv-zender. Je had de keuze of je keek of niet, dat was het. Tegenwoordig zijn er soms wel honderd tv-zenders, wat moet je dan kijken?”, vraagt Delespaul zich af. Ook door keuzes die niet van levensbepalende aard zijn, kan stress ontstaan.

Generatie-expert Pieter Paul Verheggen zegt dat de Social Media en internet een grote rol spelen bij keuzestress. “Je kunt alle informatie tot je nemen en je kunt zien wat er allemaal mogelijk is in het leven, doordat zij voortdurend geïnformeerd worden door de levens van anderen”, schetst Verheggen. Het is dan veel moeilijker om je eigen pad te bepalen en om dus je eigen keuzes te maken. “De begin twintigers van nu weten niet meer zo goed wie ze zijn en waar ze bij horen.” Hij denkt niet dat generatie Z daadwerkelijk meer keuzes heeft dan de voorgaande generaties. Volgens hem gaat deze generatie minder goed om met keuzes die ze moeten maken, ze maken het te zwaar en kunnen minder goed tegenslag accepteren dan voorgaande generaties.

“De begin twintigers van nu weten niet meer zo goed wie ze zijn en waar ze bij horen.”

Een andere oorzaak van keuzestress is het feit dat twintigers van nu zich steeds meer in een etalage plaatsen op Social Media. Jongsma:  “Alleen de succesvolle kanten worden geprofileerd op deze kanalen, jongeren krijgen zo een vervormd beeld van de werkelijkheid.” Je krijgt al snel een bepaald beeld van je twintigjarige leeftijdsgenoten: Iedereen is succesvol, heeft een goede baan, reist veel en heeft een dynamisch sociaal leven. Dat vind je als jongere geweldig en je verwacht dan van jezelf dat jij dat ook moet gaan doen. “Het is een norm voor het leven en als je deze norm niet haalt, heb je gefaald.” Terwijl fouten maken bij het leven hoort. Jongeren zien de wereld als een maakbare wereld: Je moet zelf de slingers ophangen. Ook Verheggen stelt dat jongeren de maakbaarheid van het bestaan inzien: “Als jij vindt dat je wenkbrauwen lelijk zijn: Laat je ze epileren. Als jij vindt dat je wenkbrauwen lelijk zijn, laat je ze epileren. Als je vindt dat je oogleden een beetje hangen, laat je ze liften, de maakbaarheid van de samenleving is heel erg hoog”, zegt hij. Door de maakbaarheid van de wereld van nu, lijkt iedereen genoodzaakt om er perfect uit te zien. Dit geeft de twintigers van nu stress.

Een derde oorzaak van stress is dat begin twintigers op zoek gaan naar dingen die zij ‘het leukst’ vinden. “’Ook wel leuk’ is niet meer genoeg voor deze generatie”, ziet Verheggen. Hij zegt dat bij de generaties voor generatie Z, ouders ook nog veel keuzes voor hun kinderen maakten. “Je hoorde je op een bepaalde manier te gedragen en je moest bepaalde dingen doen. Je ziet dat generatie Z veel eigenzinniger is en veel meer eigen keuzes maakt, maar dat levert ook weer stress op”, aldus Verheggen. Ook Delespaul merkt dat: “Een complexere maatschappij met veel meer opties en keuzes zorgt ervoor dat het aantal jongeren met psychische klachten aan het stijgen is”. Levensomstandigheden en je genen zijn daarvoor ook medebepalend, zegt hij. Door al deze keuzestress en de angst om het niet goed genoeg te doen, kan een burn-out of depressie ontstaan. Newcom deed recent onderzoek naar psychische klachten onder jongeren: 43% van de jongeren tussen de 13 en 24 jaar stelt last te hebben van psychische klachten als: slecht slapen, je angstig of somber voelen of problemen hebben met eten. Volgens cijfers van het CBS had in 2016 negen procent van de Nederlandse twintigers te maken met een depressie, in 2014 was dit zeven procent. In 2016 had ruim tien procent van de werkende jongeren tussen 15 en 25 jaar last van burn-out klachten volgens het CBS. In 2015 was dit nog een kleine acht procent.

Psychische klachten

Bij een burn-out is vermoeidheid de hoofdklacht. Je hoofd wil nog doorgaan, maar je lichaam zegt: Stop. Het is een lichamelijke uitputting. Een depressie gaat gepaard met een verstoord zelfbeeld. Dat je denkt: Ik voel me moedeloos en niemand zit op mij te wachten. Juul ten Berg, psychologe: “Van kinds af aan leer je al dat wanneer je een negatief zelfbeeld hebt, je maar erg goed je best moet doen, zodat anderen je wel goed genoeg vinden.” Volgens haar kan je dit lang volhouden, maar is een keer de maat vol: Je hoofd kan het dan niet meer aan en maakt een soort kortsluiting en er ontstaat een depressie. En dan is het te laat. CSR (Chronische Stress Reversal) coach Leonie Bakker omschrijft het ontstaan van een burn-out als volgt: “De mens is gemaakt om regelmatig aan en uit te staan. Als je nooit uit gaat, dan gaat het een keer mis.” Dan maakt leeftijd niet uit, ook begin twintigers moeten regelmatig uit staan. Ten Berg zegt dat jongeren meer rustmomenten moeten inbouwen: “Ze hebben een druk leven: vijf dagen werken, thuis aan de slag, sociale contacten onderhouden en sporten. Er is nooit een moment van complete rust en dat zorgt ervoor dat ze gevoelig zijn voor burn-out ’s en depressies.”

“Van kinds af aan leer je al dat wanneer je een negatief zelfbeeld hebt, je maar erg goed je best moet doen, zodat anderen je wel goed genoeg vinden.”

Michiel Jongsma werkt als psycholoog veel met studenten en ziet dat depressiviteit bij deze groep hedendaags ontstaat door de druk die op ze gelegd wordt: “Dat komt mede doordat de studietijd is verkort in vergelijking met twintig of dertig jaar geleden. Toen kon je nog zeven of acht jaar studeren”, aldus Jongsma. Ook de financiële druk is volgens hem groter. Vooral nu de studiefinanciering is afgeschaft door de overheid. Filosofe Toske Andreoli beaamt dat en stelt dat het ook te maken heeft met dat je studeren in je eentje moet doen. “Er zijn weinig contacturen bijvoorbeeld, dus het kan al heel lang niet goed gaan zonder dat school merkt dat een leerling een depressie of burn-out heeft ontwikkeld.” Jongsma ziet ook dat begin twintigers depressiviteit ontwikkelen als ze merken dat ze de verkeerde keuze hebben gemaakt (op het gebied van hun studie). “Ze stellen zichzelf teleur en denken dat ze hun ouders ook teleurstellen.” Maar tegenwoordig moet je al op zo’n jonge leeftijd kiezen welke kant je op wil in het leven, dat het niet gek is dat er een verkeerde keuze gemaakt wordt. “Jongeren hebben vaak het idee dat een keuze allesbepalend is, terwijl dat in werkelijkheid natuurlijk niet zo is: Met een omweg kom je ook waar je zijn wilt”, zegt Jongsma.

Niet alleen op school, ook op het werk ontstaan stressvolle situaties waardoor begin twintigers burn-out ’s en depressies ontwikkelen. Generatie-expert Aart Bontekoning ziet dat het deels aan de werkgevers van deze jongeren ligt: De bazen van de begin twintigers, zijn meestal mensen die kinderen van begin twintig thuis hebben zitten. “Thuis communiceren ze heel open met ze, zijn ze gelijkwaardig, is er geen hiërarchie en stimuleren ze de kinderen om te doen wat bij ze past”, zo schetst Bontekoning. En als ze op het bedrijf komen, zijn ze juist hiërarchisch en formeel. Volgens de generatie-expert gaat het daar mis: “De begin twintigers willen op dezelfde manier aangesproken worden als thuis, zonder gedoe.” Volgens hem is dit de voornaamste reden dat jonge werknemers burn-out ’s en depressies ontwikkelen op de werkvloer. Wat volgens hem ook meespeelt zijn de oudere collega’s die op de werkvloer rondlopen, die zeggen: Jonkie, doe het op onze manier, zo deden wij het namelijk altijd. “Wat die collega’s niet weten, is dat deze methoden vaak verouderd zijn.” De huidige generatie twintigers is niet voorbereid op commentaar van collega’s die al langer in het vak zitten. Zij hebben geleerd dat het op een bepaalde manier moet en verwachten niet dat collega’s op een andere manier werken. Als de jongeren hierin meegaan en dingen gaan doen waarvan zij denken: Dit voegt niets toe, dan neemt dat hun energie weg: Ze werken niet meer met plezier en dan ontwikkelt zich een burn-out of depressie.

CSR-coach Leonie Bakker, die tevens een eigen psychologie praktijk heeft, stelt dat ze het aantal jongeren met depressies en burn-out ’s ziet groeien in haar praktijk. “Zestien jaar geleden kwamen alleen mannen van veertig en vijftig jaar bij mij, mannen die al lang veel te hard hadden gewerkt; Nu komen er zelfs tieners met burn-out klachten naar me toe.” Volgens haar is het probleem dat deze jongeren slechts één rol hebben in hun leven. Ze studeren of ze werken. “Naar mate je meerdere rollen vervult in je leven, is dat een goede bescherming tegen het plegen van roofbouw op jezelf”, aldus Bakker. Wanneer je student bent en alleen maar leert en feest en ook nog het voorzitterschap van de studentenvereniging op je takenlijst hebt staan, vervul je maar één rol. Er zit dan geen stop op de werkzaamheden: Het gaat dag en nacht door. Dan pleeg je roofbouw. Wanneer je twee rollen hebt: Je hebt een partner en je werkt, dan kan je niet de hele dag je eigen ding doen. Je hebt een partner en daar heb je bepaalde afspraken mee: Je eet samen of spreekt af dat je op een bepaalde tijd thuis bent. Dit is volgens Bakker een bescherming omdat je dan niet 24 uur per week met je werk of school bezig bent. Volgens haar biedt het hebben van kinderen nog meer bescherming: “De kinderen moeten naar school en moeten een keer opgehaald worden, er moet gekookt worden en zij moeten een keer naar bed. Je moet dan dus thuis zijn en dan kun je niet altijd werken, je hebt een verantwoordelijkheid naar je kind toe.” Deze bescherming ontbreekt bij twintigers en de huidige twintigers verliezen zich compleet in hun studie of werk. Hierdoor ontwikkelen zij sneller een burn-out of depressie dan de generaties voor hen.

Geconcludeerd kan worden dat Generatie Z een eigengereide generatie is. Ze verwachten veel van zichzelf en denken dat anderen dezelfde verwachtingen van hen hebben. Daarom hebben zij angst om te falen en angst om niet goed genoeg te zijn. Op school resulteert dat in het halen van hoge cijfers, ieder op zijn of haar eigen niveau. Een zes is niet goed genoeg voor deze generatie. Op de werkvloer zijn ze autonoom, ze weten precies wat ze willen en hoe ze dat willen bereiken. Dit doen zij door kleine stappen te nemen. Niet alleen, maar samen met andere collega’s. De liefde vinden ze via apps op de telefoon: ze swipen van links naar rechts om de ware te vinden en praten soms met vier mensen tegelijk om zo te zorgen dat als één persoon wegvalt, er nog drie over zijn en zij niet alleen komen te staan. Maar niet alleen worden deze apps gebruikt om de ware liefde te vinden, het wordt ook gebruikt om vrijblijvende relaties aan te gaan. Vrijheid is namelijk iets waar deze generatie erg op gesteld is. Ze willen zelf zo veel mogelijk keuzes kunnen maken. Maar de hoeveelheid keuzes die deze generatie heeft zorgt ook voor stress: keuzestress. Het is voor deze generatie moeilijk om levensbepaalde keuzes te maken en niemand teleur te stellen met de keuzes die zij maken. Deze keuzestress en de angst om te falen kunnen leiden tot depressies en burn-out ‘s. Jongeren zijn continu bezig met hun studie of hun werk. Ze zitten bijna nooit een avond op de bank om bij te komen en even rust te nemen. Generatie Z is een generatie die wil knokken voor de eigen toekomst, maar bang is dat wat zij kiezen niet goed genoeg gevonden zal worden.


In het vinden van liefde is Generatie Z uniek. Dankzij apps als Tinder en Happn kost het veel minder moeite om met mensen in contact te komen die je aantrekkelijk vindt: Je kunt een knappe man benaderen wanneer je lui op de bank ligt te kijken naar Goede Tijden, Slechte Tijden. Melanie (22) vond haar ware liefde op Tinder, terwijl ze de app eigenlijk gebruikte om de aller slechtste openingszinnen te verzinnen met haar vriendinnen.

Een kans van één op een miljoen